Deze week terug 3 schelpen die iets gemeenschappelijks in hun naam hebben. 2 van de 3 lijken ook goed op elkaar. De meeste tweekleppige weekdieren graven zich in het zand in, maar deze 3 schelpen leven in zelfgemaakte gangen in de hardere natuurlijke materialen van de zee. Dus niet in plastiekafval of het beton van strandhoofden. Wel in kleilagen en veen, krijtrotsen, hout en zelfs zeer harde kalksteenplaten en rotsen. Daarin boren de jonge diertjes zich een kamertje waar ze nooit meer uit kunnen en waar ze ook niet uit willen, omdat ze daar goed beschermd zitten. De getande ribbels van hun schelp gebruiken ze als rasp. Schelp 8. De langwerpige, ovale schelpen zijn dun en zeer breekbaar. De schelp is over de het hele oppervlak ruw. Over het schelpoppervlak loopt een traliewerk van horizontale en verticale ribbels. Daar waar de ribbels kruisen staan korte, stompe stekeltjes. De schelp is over het algemeen helderwit van kleur en heeft een omgeslagen rand nabij de top. Aan de binnenkant van de schelphelften is een naaldachtig uitsteeksel te vinden: de ,,apofyse". Het is een soort slotje dat, zolang het diertje leeft, de andere schelphelft vastklemt om te voorkomen dat de twee schelphelften loskomen. Schelp 9 Deze schelp lijkt goed op de vorige. Het is echter een exoot. Vissers voerden oesters van New York naar Engeland. Tussen deze oesters zaten ook schelpen zoals nummer 9. Deze schelp kon ontsnappen en verspreidde zich heel snel over alle kusten van Europa. Hij is crèmekleurig tot wit. Hij lijkt erg op de vorige schelp maar heeft niet die omgeslagen rand en geen apofyse. De schelp heeft een sterke slotband waardoor de twee schelphelften vaak nog aan elkaar zitten als je hem vindt. We noemen hem ook wel eens ,,engelenvleugels". Schelp 10. De schelphelften worden in twee opgedeeld door een ondiepe groef. Eén kant van de schelp is vrij glad met groeiringen, terwijl de andere helft ruw is met raspachtige uitsteeksels. Hij heeft een duidelijk omgeslagen rand nabij de top alsook een apofyse. Oude, fossiele kleppen van ruwe boormossel (100 000 jaar oud) zijn vaak donkerder van kleur (blauw of bruin). Strandvondst 1. Je moet die niet benoemen. Soms vind je op het strand een stuk hout met gaten in. Veelal zijn die gaten er door de bovenstaande schelpen in geboord. Het zou echter ook van de paalworm kunnen zijn.
|
Archieven |